Grote Geelstaart over stropdassen, de Nederlandse taal en de inspiratie achter hun debuut EP
maandag 24 november 2025In de ruime backstage van ACEC in Apeldoorn staat een stapel gear en instrumenten die een heel muzieklokaal in beslag zou nemen. Het is allemaal de verdienste van de vijf kerels die achter een met snacks beladen tafel zitten. “Het gebeurt nooit dat we alles zo goed kwijt kunnen.”
Grote Geelstaart is Luuk Bosma (zang/gitaar), Jesper Rottier (gitaar/drums), Danny Rottier (toetsen), Jeppe Rottier (bas) en Finley Nijsse (drums/zang). Op 10 september heeft het vijftal hun debuut EP Van Reijnst uitgebracht. Bij hun shows is de plaat te koop, op pisgeel vinyl. De titel, de teksten en de cover doen nogal mysterieus aan. Luuk vertelt daarover: “Het gaat allemaal over één persoon die wij persoonlijk kennen. Die hebben we het pseudoniem Van Reijnst gegeven. Elk nummer vertelt een verhaal uit hun leven. Deze persoon heeft veel bizarre en zware dingen meegemaakt. Op de cover zie je Van Reijnst in het midden, daaromheen zijn mensen uit zijn geschiedenis verbeeld en enkele attributen die daarmee te maken hebben. Hij heeft ons een hoop sterke verhalen verteld en we weten zelf ook niet in welke mate ze nou daadwerkelijk waar zijn”. Danny vult hem aan: “Hij is heel goed in de bizarste dingen die je ooit hebt gehoord te vertellen en vervolgens doen alsof het de normaalste zaak van de wereld is”.
In de muziek valt met name een hoop paniek te horen. Denk aan de complexiteit van black midi met de gillende angst en overrompelende herrie van Gilla Band. Met name in de track ‘Spookrijden’ horen we dit goed terug. Het nummer vertelt over een man met foute vrienden die hem onder druk zetten om aan de verkeerde kant van de snelweg te racen. De teksten zijn een perfecte match voor de scheurende instrumentatie die bij Grote Geelstaart altijd als eerste komt. “We beginnen niet met een verhaal, maar soms krijgen muzikale elementen door de teksten een extra betekenis. We schrijven altijd eerst korte demo’s die we quick and dirty opnemen. Als we dat vet vinden klinken, gaan we er partijen omheen verzinnen en daarna bedenken we wat het is: een intro, een refrein of misschien een soort drop? En daaromheen ontstaat heel intuïtief een nummer. Het is veel samenwerken en een heel democratisch proces; iedereen moet het vet vinden.” aldus Luuk.
Jesper en Jeppe zijn broers van elkaar, en neven van zowel Finley als Danny. Ze komen uit een hechte familie en tijdens bijeenkomsten staken ze elkaar al aan met muziek uit de wat raardere hoeken. Jeppe: “Ik kan me nog goed herinneren dat ik voor het eerst ‘bmbmbm’ van black midi hoorde. Toen dacht ik, wat is dit voor een teringherrie? En nu is Schlagenheim, het album waar dat op staat, een van mijn favoriete platen.”
In een van de laatste coronalockdowns begon Grote Geelstaart, toen nog zonder Luuk, in een garage en even later in een cafeetje covers te spelen. Daar deden ze onder andere ‘The River’ van King Gizzard &The Lizard Wizard, een meer dan tien minuten lange psychedelische jazzy jam. Luuk, die ze al een hele tijd kende, besloot ter plekke om erbij te komen: “Half gekscherend zei ik, nou, ik kan hem wel meespelen. Datzelfde jaar deden we de eerste shows onder de naam Grote Geelstaart, met de bloezen en al.”
Inderdaad, over die outfits valt nog wel wat te zeggen. Het is een belangrijk en enigszins komisch deel van hun image. Het contrast tussen de overdreven nette kleren en de totale chaos van de muziek zorgt ervoor dat ze niet snel worden vergeten. Jeppe vertelt daarover: “We hadden ergens als een soort backing band gespeeld en daar moesten we iets aantrekken dat netjes was en niet teveel opviel. Prima: zwarte broek, wit overhemd. Daarna hadden we een eigen optreden en dachten we: gaan we daar dan gewoon in ons dagelijkse kloffie staan? Laten we eens gek doen, we trekken diezelfde kleren aan met een stropdas erbij. Meer gedachte zit er eigenlijk niet achter. En nu zitten we eraan vast! Er zijn dingen binnen onze band waar veel gedachten achter zitten, en dingen waar helemaal niets achter zit. Neem onze naam… het is gewoon een vis.” Geen vogel dus, zoals veel mensen in eerste instantie lijken te denken. Het is nog zo’n vreemde factor die de groep onbedoeld helpt bij hun reis richting de grote podia. Zelfs vlak voor hun optredens wordt de naam wel eens door de mangel gehaald, getuige de keren dat ze als Grote Aal of Grote Geelstraat werden aangekondigd. Jeppe: “Ik heb eens drie weken op een visserij gewerkt en toen zaten we net in de opstartfase van de band. We hadden nog geen naam en we hadden ook niet echt een lading om te dekken; we speelden gewoon rare muziek. Toen zag ik ‘Grote Geelstaart’ staan en dacht, dat is wel wat! Het is eigenlijk gewoon een kutverhaal…”
Zoals het merendeel van de Popronde-selectie zitten de vijf Zeeuwen nog in de studeerfase van hun leven. Hoewel zo’n opleiding natuurlijk kan clashen met het bandbestaan, kan het juist ook wat opleveren. Zo volgt Jeppe de studie Event Mangement en heeft daardoor waardevolle contacten binnen de podiumwereld opgebouwd. Bovendien kan hij van docenten en stagebegeleiders op begrip rekenen wanneer Grote Geelstaart hem nu en dan weghoudt van zekere educatieve verplichtingen. Luuk heeft net zijn bachelor Filosofie afgerond, maar is terughoudend om de daar opgedane kennis te bestempelen als toepasbaar voor de band: “Ik haal meer uit literatuur dan uit filosofie. Ik ben erg fan van Cees Nootenboom en afgelopen zomer heeft een vertaling van De gebroeders Karamazov van Dostojevski veel indruk op me gemaakt. De manier waarop de karakters spreken vind ik echt te gek, misschien dat ik daar wat uit put. Een nieuw nummer op de plaat die nog moet gaan uitkomen heeft wel wat weg van de monologen uit dat werk.”
Grote Geelstaart kiest er dus bewust voor om in het Nederlands te zingen. De taal is interessanter en vooral vreemder dan Engels. De meeste bands, zeker in hun hoek van het muzikale spectrum, laten de Van Dale links liggen. Luuk: “Ik vind het leuker om in het Nederlands te schrijven. Ik heb iemand ooit horen zeggen dat de taal iets knussigs en lieflijks heeft. Het is ook een beetje maf om songteksten in het Nederlands te hebben met van die heel zware muziek eronder.” Hoewel ze vaak te horen krijgen dat de teksten niet goed te verstaan zijn, hoort hun publiek wel duidelijk de Nederlandse klanken. Vooral de harde ‘g’, zegt Danny: “Ggggrote ggggeellstaart!”
De band maakt het zichzelf niet bepaald makkelijk. Met twee drumkits, een verzameling pedalboards waar de gemiddelde shoegazer u tegen zegt en een bonte verzameling synthesizers is de hoeveelheid zooi die ze elke keer weer vanuit Zeeland meezeulen wel eens een belemmering. Jeppe: “Het is altijd wel een dingetje. We moeten echt uit een uithoek komen, dus vaak kunnen we na shows niet echt blijven hangen. Dan moet al die troep ook nog een bus in en dikwijls moeten we onderweg ergens blijven slapen.” Danny: “Morgen hebben we ook een interessante situatie, want we spelen drie kwartier met een enkele drumkit, omdat er niet genoeg ruimte op het podium is voor twee. Omdat we daar nog niet genoeg uitgegeven materiaal voor hebben, moeten we wel wat nieuwe nummers gaan spelen. Dat is ook leuk voor de mensen die ons al vaker hebben gezien; ze krijgen nooit helemaal dezelfde show.” Jesper: “Geluidsmensen vinden onze setup ook nog wel eens intimiderend, maar meestal vinden ze het vooral een leuke uitdaging.”
En dan zijn er inderdaad nog de moeilijkheden van die uithoek. Zeeland, hoe mooi ook, ligt niet bepaald in het centrum van de Nederlandse muziekwereld. De eerste anderhalf jaar zat de band naar eigen zeggen vast in die provincie. Hoewel het vrij normaal is dat je als beginnende artiest vooral in de buurt speelt, leek het publiek voor hun genre niet in Zeeland te zitten. Luuk: “Die twintig oude mannen waar je dan voor staat te spelen vinden het allemaal wel heel erg tof, want we kregen achteraf altijd een hoop positieve reacties. Maar dat merk je helemaal niet als je aan het spelen bent, want dan staan ze gewoon bier te drinken.” Toch heeft het vijftal vooral een warm hart voor de Zeeuwse muziekscene. Jeppe: “We hebben heel veel te danken aan een aantal geweldige mensen daar die ons echt hebben opgepakt en zeiden, jongens, dit moet het land in. Die helpen ons op allerlei vlakken.”
Wanneer wordt gevraagd naar het geheim achter hun entree tot Popronde 2025, blijkt hier geen overweldigende eensgezindheid over te bestaan. Het beruchte ambitieplan, bijvoorbeeld: is dat nou wel of niet belangrijk? Jesper: “Wij maken gewoon de muziek die wij hard vinden, maar dat betekent niet dat we daardoor ook geselecteerd worden. Daarom hebben we ook een goed doordacht plan aangeleverd. Maar zo’n strategie is ook essentieel voor jezelf als je na de Popronde leuk door wilt gaan.” Jeppe: “Dit is overigens alweer de derde keer dat we ons hebben aangemeld. Ieder jaar hebben we weer meer tijd gehad om ons gezicht te laten zien en dat zal ook zeker hebben bijgedragen aan een zekere naamsbekendheid. Misschien is dat plan binnen ons genre ook minder belangrijk, omdat we niet muziek maken binnen een genre waar al veel andere artiesten zitten. Aan de andere kant is het ook niet voor niets dat de EP net is uitgekomen. Daar zit natuurlijk een idee achter.”
Vlak voordat we het gesprek afronden en ik de band weer achterlaat in de backstage van de ACEC, moet ik toch nog iets kwijt. Twee maanden terug, op de donderdag van het gratis Valkhof Festival in Nijmegen, belandde ik niet geheel tegen mijn zin in bij een concert van Grote Geelstaart in een net iets te ruige moshpit. Hoewel ik er op het nippertje ongehavend uitkwam, kon hetzelfde niet worden gezegd van de telefoon die in mijn tas zat. Het verhaal genereert gegrinnik, verontschuldigingen en sympathie. Afijn, ik stuur wel een Tikkie.
Bekijk de artiest uit deze blog
Nieuwste berichten
Gerelateerde berichten
Reacties
Laat als eerste een reactie achter!
Inloggen